De pen trilt in mijn
hand terwijl ik me probeer te concentreren op mijn wiskunde huiswerk. Ik doe zo
erg mijn best me te concentreren. Ik doe er alles aan om niet telkens aan hem
te denken. Het lukt me niet. Ik kan het niet. Alles aan hem leidt me af van
mijn huiswerk en terwijl ik naar de ingewikkelde opgaven staar, zie ik zijn
ogen voor mijn gezichtsveld verschijnen. De vrolijke twinkeling in zijn ogen
maakt dat mijn hart nog sneller begint te kloppen dan het al deed.
Ik haal diep adem.
Ik probeer me nogmaals
te concentreren op mijn huiswerk.
Het lukt niet.
Ditmaal is het zijn
bekende glimlach die mijn hart op hol doet slaan. Langzaam zie ik steeds meer
dan alleen zijn lach, langzaam wordt het beeld steeds duidelijker voor mijn
gezichtsveld. Als ik me volledig verlies in het beeld, hoor ik langzaam zijn
stem weergalmen in mijn hoofd. Het is me niet duidelijk wat hij zegt, maar de
stem is er, luid en duidelijk.
Een traan rolt over
mijn wang.
Het kan niet.
Het mag niet.
Ik mag me niet laten
meeslepen door mijn gevoelens, ik kan hem geen pijn doen. Langzaam voel ik mijn
wild kloppende hart verbrijzelen in oneindig kleine stukjes. De muziek op de
achtergrond lijkt te veranderen met mijn hart. Van de harde basstonen die het kloppen
van mijn hart proberen bij te houden, verandert de muziek plotseling naar
droevige tonen die mijn miserabele gevoel alleen maar versterken. Alles in me
verlangt ernaar hem te vertellen wat ik voel, wat hij met me doet. Ik wil hem
zo graag vertellen dat hij mijn hartslag doet versnellen, dat híj degene is
over wie ik de laatste nachten heb gedroomd. Ik zou hem alles willen vertellen,
maar het mag niet.
Zijn ogen.
Zijn lach.
Zijn stem.
Alles aan hem.
Hoe kan iemand mijn
hart zo op hol brengen? Hoe kan iemand ervoor zorgen dat ik me tegelijkertijd
fantastisch en verschrikkelijk voel? Hoe heb ik mezelf ooit toegestaan iets
voor hem te voelen? Ik kan mijn gevoelens niet tegenhouden. Gevoelens laten
zich niet opsluiten tot het juiste moment daar is. Gevoelens zijn net zo wild
als onze harten, alleen kunnen zij wél ontsnappen door de spijlen van de
gevangenis die onze ribben vormen.
Ik haat het gevoel dat
hij me geeft.
Ik haat het dat ik
niets kan doen.
Ik haat het om mezelf
dit aan te doen.
Als ik hem nou gewoon
kon vertellen wat ik voor hem voel, dan zou deze ellende allang voorbij zijn
geweest. Dan had ik me niet zo verschrikkelijk gevoeld. Ik weet wat ik voel,
maar ik zou willen dat ik het nooit had gevoeld. Ik voel me hopeloos en klein.
Nog nooit heb ik me zo verschrikkelijk gevoeld.
Ik weet niet wat ik
moet doen.
Ik weet precies wat ik
moet doen.
Ik moet eerlijk zijn.
Geschreven door Danee
Geschreven door Danee