donderdag 12 april 2018

Short Story | Gebroken kloppend hart


De pen trilt in mijn hand terwijl ik me probeer te concentreren op mijn wiskunde huiswerk. Ik doe zo erg mijn best me te concentreren. Ik doe er alles aan om niet telkens aan hem te denken. Het lukt me niet. Ik kan het niet. Alles aan hem leidt me af van mijn huiswerk en terwijl ik naar de ingewikkelde opgaven staar, zie ik zijn ogen voor mijn gezichtsveld verschijnen. De vrolijke twinkeling in zijn ogen maakt dat mijn hart nog sneller begint te kloppen dan het al deed.
Ik haal diep adem.
Ik probeer me nogmaals te concentreren op mijn huiswerk.
Het lukt niet.
Ditmaal is het zijn bekende glimlach die mijn hart op hol doet slaan. Langzaam zie ik steeds meer dan alleen zijn lach, langzaam wordt het beeld steeds duidelijker voor mijn gezichtsveld. Als ik me volledig verlies in het beeld, hoor ik langzaam zijn stem weergalmen in mijn hoofd. Het is me niet duidelijk wat hij zegt, maar de stem is er, luid en duidelijk.
Een traan rolt over mijn wang.
Het kan niet.
Het mag niet.
Ik mag me niet laten meeslepen door mijn gevoelens, ik kan hem geen pijn doen. Langzaam voel ik mijn wild kloppende hart verbrijzelen in oneindig kleine stukjes. De muziek op de achtergrond lijkt te veranderen met mijn hart. Van de harde basstonen die het kloppen van mijn hart proberen bij te houden, verandert de muziek plotseling naar droevige tonen die mijn miserabele gevoel alleen maar versterken. Alles in me verlangt ernaar hem te vertellen wat ik voel, wat hij met me doet. Ik wil hem zo graag vertellen dat hij mijn hartslag doet versnellen, dat híj degene is over wie ik de laatste nachten heb gedroomd. Ik zou hem alles willen vertellen, maar het mag niet.
Zijn ogen.
Zijn lach.
Zijn stem.
Alles aan hem.
Hoe kan iemand mijn hart zo op hol brengen? Hoe kan iemand ervoor zorgen dat ik me tegelijkertijd fantastisch en verschrikkelijk voel? Hoe heb ik mezelf ooit toegestaan iets voor hem te voelen? Ik kan mijn gevoelens niet tegenhouden. Gevoelens laten zich niet opsluiten tot het juiste moment daar is. Gevoelens zijn net zo wild als onze harten, alleen kunnen zij wél ontsnappen door de spijlen van de gevangenis die onze ribben vormen.
Ik haat het gevoel dat hij me geeft.
Ik haat het dat ik niets kan doen.
Ik haat het om mezelf dit aan te doen.
Als ik hem nou gewoon kon vertellen wat ik voor hem voel, dan zou deze ellende allang voorbij zijn geweest. Dan had ik me niet zo verschrikkelijk gevoeld. Ik weet wat ik voel, maar ik zou willen dat ik het nooit had gevoeld. Ik voel me hopeloos en klein. Nog nooit heb ik me zo verschrikkelijk gevoeld.
Ik weet niet wat ik moet doen.
Ik weet precies wat ik moet doen.
Ik moet eerlijk zijn.




Geschreven door Danee

© Bababs Books
Maira Gall